De werkgroep is gevraagd om door de bril van leerlingen te kijken en in te schatten voor wat voor soort onderwijs zij dan willen gaan. Er is voor gekozen om daarvoor 'Ik wil...'zinnen te bedenken, die passen bij de opdracht.
Ik wil me op de eerste plaats veilig voelen
Ik word gestimuleerd om uit mijn comfortzone te komen
Ik wil wat ik leer in de juiste context kunnen plaatsen
Ik wil ook leren van mensen buiten de school
Ik wil verbanden zien, kunnen onderzoeken
Ik wil slagen in het vervolgonderwijs
Ik wil mijn diploma kunnen halen
Ik wil voldoende keuzes hebben
Ik wil me vooral verder ontwikkelen in die dingen waarin ik goed ben
Ik wil mede-eigenaar van mijn leerproces zijn, omdat ik weet wat ik met mijn talenten wil en daarin wil ik ook her- en erkend worden
Ik wil graag serieus worden genomen, gesprekspartner zijn.
Ik wil docenten die een goede relatie met me willen hebben.
Ik wil docenten die hun vak beheersen en die weten hoe ik het beste leer
Ik wil meer variatie in mensen die mij iets leren; de verteller, de coach, de praktijkman, de specialist, etc.
Algemeen:
Je biedt onderwijs aan om leerlingen uit hun comfortzone te halen. Leerlingen zijn daartoe bereid als ze als basis iets herkenbaars in de uitdaging zien en daaraan nieuwe elementen kunnen toevoegen.
Vervang woord 'leerling' door docent!
Leerlingen en docenten zijn beide mensen. Mensen maken fouten. Ban je fouten kun je leren, mits je je fouten kunt, wilt, durft toe te geven.
BeantwoordenVerwijderenDocenten en leerlingen behoren een gemeenschappelijk doel na te streven. Voor beide het maximale te bereiken, in de form van een waardevol diploma.